Bij een immuundeficiëntie is er sprake van een onvoldoende of niet goed functionerend immuunsysteem. Mensen met een immuundeficiëntie kunnen meer vatbaar zijn voor infecties, er langer over doen om van een infectie te herstellen en te kampen hebben met terugkerende infecties. Vaak worden deze infecties behandeld zonder dat de onderliggende oorzaak bekend is, waardoor patiënten een verhoogde kans hebben op beschadiging van vitale organen, lichamelijke beperkingen en zelfs op overlijden.
Wanneer de afweerstoornis vanaf de geboorte aanwezig is, spreken we over een ‘primaire immuundeficiëntie’ (PID). Een secundaire immuundeficiëntie (SID) wordt veroorzaakt door een invloed van buitenaf (bijvoorbeeld door het ondergaan van bepaalde therapiën of na een infectie) en kan van tijdelijke aard zijn.
Neuromusculaire aandoeningen
Bij neuromusculaire aandoeningen (zoals het Guillain-Barré syndroom, multifocale motorische neuropathie (MMN) of chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP)) is er schade aan de myelineschede van neuronen. De signaaloverdracht in het zenuwstelsel kan niet meer goed plaatsvinden. Hierdoor ontstaat spierzwakte en bij sommige aandoeningen sensorisch verlies. Sommige neuromusculaire aandoeningen kunnen worden genezen, andere zijn chronisch. Met het tijdig inzetten van de juiste behandeling kan het ziekteproces worden vertraagd of worden voorkomen dat er verdere schade optreedt.